• Startdatum:
  • 31 oktober 2017
  • Cursusduur:
  • 1 dag
  • Werkzaam als:
  • AIOS, Huisarts, Medisch specialist, Physician assistant, Specialist Ouderengeneeskunde, Verpleegkundig specialist

Accreditaties

  • NAPA:
  • 6
  • VSR:
  • 6
  • ABAN:
  • 6

Welke informatie mag een huisarts delen met het sociale wijkteam van een gemeente in het kader van jeugdzorg aan een minderjarige patiënt? Mag ik met de ziekenhuisjurist praten over een klacht die een patiënt heeft ingediend? Wat als een wilsbekwame patiënt zelf niet met zijn dokter wil praten en vraagt om de besluitvorming via zijn familie te laten verlopen? Welke informatie mag worden gedeeld met een ouder die geen ouderlijk gezag heeft? Hoe zit het met een vraag van een zorgverzekeraar over de indicatiestelling voor gedeclareerde dbc’s van een aantal specifieke patiënten? Wat mag ik wel en niet bespreken tijdens een nagesprek met de familie van een overleden patiënt? Een advocaat van een comateuze patiënt wenst inzage in het medisch dossier, moet ik dat zonder meer faciliteren?

Hulpverleners in de gezondheidszorg moeten vooral praten met een patiënt en zo min mogelijk praten over een patiënt. Dat uitgangspunt wordt door veel artsenonderschreven en is verankerd in verschillende wettelijke bepalingen.
Toch staat dat uitgangspunt regelmatig onder druk. Daar kunnen goede redenen voor zijn, maar zelfs dan is besluitvorming over dit onderwerp niet eenvoudig. Soms is de wetgevingniet duidelijk. Soms is de wetgevingwel duidelijk, maar leidt de toepassing ervan tot een dilemma voor de betrokken hulpverleners.
In deze Boerhaavecursus worden verschillende situaties waarin er aanleiding kan zijn om met een derde te praten over een patiënt, systematisch belicht. Er is aandacht voor de wijze waarop met dilemma’s kan worden omgegaan, voorwetgeving, voor de toepassing ervan en voor de toetsing van die toepassing door (tucht)rechters.

Het programma is interactief, met veel ruimte voor casuïstiek en het oefenen met praktijksituaties.

Leerdoelen

  1. De hulpverlener weet hoe hij kan omgaan met situaties waarin een patiënt blijvend of tijdelijk niet aanspreekbaar is (of niet aanspreekbaar wil zijn) en het gesprek over het te voeren beleid met een ander dan de patiënt moet worden gevoerd.
  2. De hulpverlener weet hoe hij kan omgaan met situaties waarin naasten van wilsonbekwame patiënten (inclusief ouders van minderjarigen) onderling van mening verschillen over het te voeren beleid.
  3. De hulpverlener weet welke informatie hij over een kind mag of moet delen met gezagdragende ouders (al dan niet gescheiden) of voogden, niet-gezagdragende ouders en gezinsvoogden.
  4. De hulpverlener weet in welke situaties en onder welke voorwaarden informatie over patiënten mag worden uitgewisseld als het gaat over (controle op) financiering van de zorg.
  5. De hulpverlener heeft een actueel beeld van de stand van de tuchtrechtspraak over het doorbreken van het medisch beroepsgeheim en is in staat op basis van analyse van een praktijksituatie een inschatting te maken van de toelaatbaarheid van doorbreking van het medisch beroepsgeheim.
  6. De hulpverlener weet welke (on)mogelijkheden hij heeft om informatie uit te wisselen met of over een patiënt in het kader van e-health toepassingen (zorg op afstand).
  7. De hulpverlener weet hoe hij zich zonder verwijtbare schending van zijn beroepsgeheim kan verweren tegen klachten die tegen hem zijn ingediend.
  8. De hulpverlener heeft een overzicht van de actuele wetgeving (hoofdregels) over het uitwisselen van informatie over de patiënt.
  9. De hulpverlener heeft inzicht in de knelpunten van de regelgeving en kan situaties herkennen waarin toepassing van de regelgeving problematisch is

 

Doelgroepen
De cursus is bestemd voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde, medisch specialisten en voor artsen in opleiding tot specialist.


Cursuscommissie
P.J.S. Buwalda, D.P. Engberts, O.M. Overbeek, C.E. Philips-Santman, M.C. de Vries, A.W. Wind

08:30 Registratie en ontvangst
09:10 Welkom en inleiding
  A.W. Wind
  Voorzitter: A.W. Wind
09:15 Praten over de patiënt in het kader van reguliere zorg: regelgeving en knelpunten
  D.P. Engberts
09:50 Als het over geld gaat
  M. van der Mersch
10:40 Koffiepauze
11.10 Casuistiek uit de praktijk
  W. Kool
11:50 E-health: digitaal medische informatie delen
  N.H. Chavannes
12:30 Lunchpauze
  Voorzitter: D.P. Engberts
13:30 Ouders en kinderen in de spreekkamer
  M.C. de Vries
14:15 Klachtrecht: dossier als bewijsstuk
  F. Koenraads
15:00 Theepauze
15:30 De patiënt die geen gesprekspartner is
  R.H. Zuijderhoudt
16:30 Samenvatting van de dag
  M. Vanderkaa
16:45 Afsluiting en borrel
  D.P. Engberts
Prof. Dr. N.H. Chavannes
Prof. Dr. D.P. Engberts
F. Koenraads
Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)
mr. M. van der Mersch
Mw.mr. W. Paping-Kool
M. Vanderkaa
Prof. dr. M.C. de Vries
Kinderarts / medisch ethicus, LUMC
mr. R.H. Zuijderhoudt
,

Deelname huiarts: € 295
Arts in opleiding, verpleegkundig specialisten en physician assistants: € 170