• Startdatum:
  • 1 september 2025
  • Cursusduur:
  • 11 dagen
  • Werkzaam als:
  • AIOS, Medisch specialist

Algemeen
Het onderzoeken of behandelen van patiënten met ioniserende straling is een handeling die is voorbehouden aan artsen (Wet BIG), waarvoor onder meer formele deskundigheid op het gebied van de stralingsbescherming is vereist (Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming, Bbs en de Regeling stralingsbescherming medische blootstelling). Met deze opleidingen kan de vereiste deskundigheid worden verkregen door radiologen en radiotherapeuten-oncologen. Voor de vereiste bekwaamheid is vaardigheidstraining tevens noodzakelijk, bijvoorbeeld tijdens de medische specialisatie, nascholingen of applicatietrainingen.

De opleidingen zijn erkend door de overheid conform de Regeling stralingsbescherming medische blootstelling, 22 januari 2018, Stcrt. Nr. 2758, artikel 3.
De inhoud van de opleidingen is vastgesteld door de opleidingscommissie van Boerhaave Nascholing, in overleg met vertegenwoor­digers van de Beroepsverenigingen en mede op grond van door de overheid gepubliceerde eisen. De wettelijke eindtermen van de opleidingen zijn beschreven in de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Stcrt. Nr. 1349, 10 januari 2018, bijlage 5.3, onderdelen B en C1).

 

Doel van de opleidingen
De opleidingen stralingsbescherming voor radiologen en stralingsbescherming voor radiotherapeuten-oncologen richten zich op de medisch specialist als gebruiker van ioniserende straling voor diagnostiek, therapie, palliatie, planning etc. De radioloog of radiotherapeut-oncoloog voert de handelingen met straling in de praktijk vaak niet zelf uit, maar geeft daarvoor opdracht, meestal aan laboranten. Hij/zij is daarbij eindverantwoordelijke voor de individuele blootstelling van patiënten, proefpersonen en andere medisch blootgestelde personen.
De opleidingen richten zich in de eerste plaats op de invulling van deze eindverantwoordelijkheid, d.w.z. dat de radioloog of radiotherapeut-oncoloog zich bewust is van het feit dat:
Hij/zij vooraf keuzes moet maken of het verantwoord is om ioniserende straling te gebruiken om het medische doel te bereiken en zo ja, welke stralingsbronnen of -apparatuur daar verantwoord voor kan worden ingezet (rechtvaardiging)
Hij/zij vervolgens keuzes moet maken om de stralingsbronnen of -apparatuur op een verantwoorde manier te gebruiken, voor de patiënt (optimalisatie) én voor zichzelf en zijn/haar omgeving (optimalisatie en dosislimitering).

Daarnaast hebben de opleidingen tot doel om de radioloog of radiotherapeut-oncoloog een gesprekspartner te laten zijn van personen die betrokken zijn bij de medische blootstellingen waarvoor de specialist verantwoordelijk is. Dat is in de eerste plaats de patiënt en kunnen verder zijn de aanvrager of verwijzer, de laborant en ander ondersteunend medisch personeel, de klinisch fysicus, de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming, de stralingsbeschermingsdeskundige. En ook bijvoorbeeld leveranciers van röntgenapparatuur.

 

Doelgroepen
De opleidingen zijn onderdeel van de medische specialisatie van radiologen of radiotherapeuten-oncologen.

Radiologen die zich specialiseren in de interventieradiologie of nucleaire radiologie moeten naast deze opleiding een aanvullende opleiding stralingsbescherming voor interventieradiologen of stralingsbescherming voor nucleair radiologen volgen. Deze aanvullende opleidingen kunnen pas worden gevolgd als het diploma van deze opleiding is behaald. De opleidingen worden ook door Boerhaave Nascholing aangeboden.

De opleidingen stralingsbescherming voor radiologen en radiotherapeuten-oncologen zijn niet bedoeld voor andere medisch specialisten (al dan niet in opleiding) die verantwoordelijkheid krijgen voor medisch gebruik van röntgenapparatuur voor planning, interventie of verificatie, zoals cardiologen, chirurgen, orthopeden, urologen, anesthesiologen, maag-, darm-, leverartsen en longartsen. Voor hen organiseert Boerhaave Nascholing een specifieke opleiding.
De opleidingen zijn ook niet bedoeld voor bedrijfsart­sen die de erkenning stralingsarts willen behalen en niet voor tandartsen en/of MKA-chirurgen die specifiek met een cone beam CT (CBCT) werken. Voor hen gelden andere deskundigheidseisen op het gebied van de stralingsbescherming.

Vanwege het belang van stralingsbescherming voor zowel patiënten als medewerkers, wordt aanbevolen de opleidingen stralingsbescherming aan het begin van de medische specialisatie te volgen. Tevens voorkomt deelname aan het begin van de specialistenopleiding eventuele vertraging bij de inschrijving in het specialistenregister (RGS) vanwege een ontbrekend diploma.

 

Opzet van de opleidingen
De opleidingen worden jaarlijks in Leiden gegeven. Radiologen en radiotherapeuten-oncologen volgen een deel van de opleiding gezamenlijk en een deel afzonderlijk tijdens de contacturen. Radiologen en radiotherapeuten-oncologen hebben verschillende practicumprogramma's.

De verdeling van de verschillende onderdelen staan beschreven op het tabblad programma.

 

Opleidingsmateriaal
Het zelfstudiemateriaal wordt uiterlijk vier weken voor de start van de opleiding digitaal beschikbaar gesteld en bestaat uit:
-  een syllabus, waarin de basiskennis van de opleidingen wordt gegeven
- de video 'Animatie C-boog', waarin de werking van een mobiel röntgentoestel voor doorlichting (C-boog) wordt uitgelegd
- een e-learning 'Radiobiologie', bestaande uit vijf modules van elk ongeveer 1 uur, waarin de biologische effecten van ioniserende straling aan de orde komen
- de SKMS richtlijn 'Beeldvorming met ioniserende straling'
- de VWS richtlijn 'Verantwoordelijkheidsstructuur Stralingsbescherming in Instellingen voor Medisch Specialistische Zorg'
- NCS publicatie 26 'Human Exposure to Ionising Radiation for Clinical and Research Purposes'

Extra voor radiologen:
- NCS publicatie 21 'Diagnostische referentieniveaus in Nederland'

 

De deelnemers worden geacht vóór de eerste opleidingsdag het zelfstudiemateriaal te hebben bestudeerd. Het is van belang dat deelnemers de ca. 40 zelfstudie-uren inplannen, omdat de zelfstudie essentieel is om de verdere opleiding succesvol te kunnen volgen.

De syllabus en het overige zelfstudiemateriaal is digitaal beschikbaar in de persoonlijke leeromgeving van de deelnemers. 

 

Examen
Ongeveer vier weken na de opleidingsdagen in Leiden (een paar dagen na de laatste practicumdag) wordt het schriftelijk examen afgenomen. Het examen bestaat uit 60 meerkezevragen (vier keuzes) en duurt 2 uur. Tijdens het examen mag geen literatuur worden geraadpleegd. Voor het examen is het bezit van een (eenvoudige) rekenmachine noodzakelijk (Boerhaave Nascholing heeft tijdens het examen leen-rekenmachines beschikbaar). Aan het einde van het examen wordt u verzocht zich te identificeren met een wettelijk geldig identiteitsbewijs (rijbewijs of pas­poort).

Het zelfstudiemateriaal en de hand-outs van de opleidingsdagen behoren integraal tot de verplichte examenstof. Het is van belang dat deelnemers de ca. 24 uur zelfstudie-uren inplannen, om zich goed voor te bereiden op het gesloten-boek-examen.
 

Diploma
Aan deelnemers die het examen met goed gevolg hebben afgelegd, wordt het diploma ‘Stralingsbescherming voor Radiologen’ of ‘Stralingsbescherming voor Radiotherapeuten-Oncologen’ verstrekt.